logo

-

Interim Programmamanager Meststoffenfraude

NVWA, Utrecht, Utrecht
Voor de NVWA is Publiek Netwerk op zoek naar een Interim Programmamanager Meststoffenfraude voor 36-40 uur per week. Het betreft een interim opdracht en start zo snel mogelijk voor 8 maanden.

Functie omschrijving:
Door diverse ontwikkelingen neemt de druk op de mestmarkt verder toe en is er een disbalans tussen vraag en aanbod van mest. De prijzen van de mestafvoer zijn sterk gestegen en bedrijven zonder relatie met intermediairs/loonwerkers hebben moeite om mestafzet te organiseren. De verwachting is dat hierdoor de prikkel om mest illegaal af te zetten groter wordt. Als toezichthouder is de rol van de NVWA om hier strak toezicht op te houden en daar waar nodig handhavend op te treden. Om tijdig te kunnen anticiperen op de gevolgen van de krappe mestmarkt is er voor gekozen om via een programmatische aanpak (potentiële) risico’s in kaart te brengen en hierop een aanpak te formuleren. De doelstelling van de Programmatische aanpak Overspannen mestmarkt is vanuit een volledige en actuele informatiepositie het (risico)gericht inzetten van (on)zichtbare preventieve en repressieve interventies binnen de mestmarkt. Dit zodat er nog beter zicht komt op de naleving van wet- en regelgeving binnen de mestsector en interventies daar worden ingezet waar de meeste impact kan worden behaald ten behoeve van de leefomgeving en het voorkomen van ondermijning. De programmamanager geeft leiding aan een programma Overspannen mestmarkt dat deze doelstelling moet realiseren. Hierbij werkt hij nauw samen met de domeinregisseur meststoffen. Het programma vraagt – waar nodig – op een andere manier te kijken naar hoe de NVWA haar werk nu doet om zo te komen tot nog effectievere handhaving. Als is vastgesteld wat de risicovolle doelgroepen en thema ’s zijn in deze markt moet, op basis van een goede informatiepositie, een passende handhavingsaanpak worden geformuleerd en uitgerold waarbij diverse afdelingen (Expertise, Inspectie, de Control Room en de IOD) samenwerken en in hun kracht worden gezet. Het eerste doel binnen het programma is dat er een systematiek en proces tot stand komt waarbinnen er een continu en actueel zicht is op waar zich risico’s voordoen ten aanzien van de naleving van wet- en regelgeving binnen het mestdomein. Opdracht aan de programmamanager is dat aanwezige informatie wordt samengebracht en geïnventariseerd wordt welke extra informatiebronnen nodig zijn om bij te dragen aan een optimale informatiepositie. Vervolgens dient de samenwerking met desbetreffende afdelingen gezocht te worden om een deugdelijke ontsluiting hiervan te realiseren. Hierbij zal het gaan om zowel kwalitatieve als kwantitatieve data en het inrichten van de bijbehorende analyse omgeving. De programmamanager zal tevens rekening moeten houden met de kansen en beperkingen die de AVG en WPG bieden. In deze wordt nauw samengewerkt met de Control Room, het Intelligence team van de NVWA-IOD en de het team Expertise Meststoffen. Vervolgens moet inzicht komen in waar de grootste risico’s op niet-naleving liggen. De programmamanager draagt zorg voor de vorming van en sturing op diverse projecten die inspelen op de grootste risico’s, die zijn vastgesteld door Expertise. Bij het bepalen van de grootste risico’s wordt rekening gehouden met verschillende factoren zoals interventiemogelijkheden, impact op water-, lucht- en bodemkwaliteit en activiteiten in het verleden. Wanneer de grootste risico’s zijn vastgesteld, dient een interventieprogramma tot stand te komen en wordt deze in samenhang gebracht met het bredere handhavingsprogramma meststoffen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volledige mix van interventies die beschikbaar zijn, zowel preventief als repressief en, waar mogelijk, van de versterkende samenwerking tussen Inspectie Grond mestteams, het vervoersteam, de IOD en andere publieke handhavers. Doel van de inzet van interventies is, met de middelen die we hebben, maximale impact te behalen. Dat wil zeggen naleving van de meststoffenwetgeving vergroten en zo een bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefomgeving. Hiervoor is het van belang om met een open blik de huidige activiteiten te beoordelen op effectiviteit en de manier van werken tegen het licht houden ten aanzien van efficiency. Van de programmamanager wordt verwacht dat deze actief opzoek gaat naar kansen voor het vergroten van impact binnen de geschetste context en daarbij niet schuwt om andere dingen te doen of de dingen anders te doen. . We moeten nieuwsgieriger worden en nieuwe verbindingen leggen (tussen data) die nog niet eerder zijn gelegd. De programmamanager vervult een belangrijke rol in deze vernieuwing.

Naast de NVWA maken RVO, het OM en het ministerie van LVVN onderdeel uit van het programma. Verbinding met deze (en andere partners) bij het uitvoeren van dit programma is essentieel. Sturing en besluitvorming binnen het programma vindt plaats door de stuurgroep bestaande uit de Chief Natuur & Milieu, de directeur van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst, afdelingshoofd expertise Natuur, milieu en dieren het Afdelingshoofd Grond van de NVWA. Voor de uitvoering van het programma zijn diverse medewerkers van de NVWA aangewezen, zoals de inspecteurs in het domein meststoffen en een aantal rechercheurs van de IOD. De Coördinerend Specialistisch Inspecteurs en Adviseurs van NVWA toezicht en de IOD zijn de belangrijkste adviespartners voor de programmamanager en vormen onderdeel van het programmateam dat wordt aangestuurd door de Programmamanager.

Functie programma:
Nederland heeft een intensieve veehouderij met een hoge mestproductie, jaarlijks wordt gemiddeld 75 miljard kg mest geproduceerd. Mest is rijk aan mineralen (stikstof, fosfaten, kalium) en daarmee een waardevolle grondstof om gewassen van voedingsstoffen te voorzien. De mestproducent (veehouder) kan een deel van zijn geproduceerde mest dan ook als waardevolle grondstof afzetten naar de mestafnemer, zoals akkerbouwers. In Nederland is echter te weinig grond waar mest gebruikt mag worden zonder schadelijke milieu effecten. Om het milieu te beschermen zijn er daarom normen vastgesteld voor het gebruik van dierlijke mest, stikstof en fosfaat op landbouwgrond. Door het instellen van de gebruiksnormen, zijn er mestproducenten die te weinig plaatsingsruimte hebben voor de mest die ze produceren. Er is uiteindelijk meer aanbod dan vraag naar mest. Dit maakt het voor mestproducenten lastig en kostbaar om hun overtollige mest af te zetten. De hoge kosten om mest volgens de regels te laten verwerken, in 2017 waren de mestafzetkosten voor een gemiddeld varkensbedrijf ca. 40.000-50.000 euro en momenteel liggen die kosten alweer aanzienlijk hoger, in combinatie met de lage pakkans geeft een sterke (financiële) prikkel om te frauderen. Veel bedrijven zullen de komende tijd gebruik maken van beëindigingsregelingen/stoppersregelingen, maar behouden wel hun land, De verhouding mestproductie en mestplaatsingsruimte kan daarmee veranderen. Dit kan rond 2027/2028 resulteren in een veranderende marktsituatie waarbij er juist een tekort is aan mest en mest een waardeproduct. Door de afbouw van derogatie (afname van de mestplaatsingsruimte op een derogatiebedrijf naar 170 kilogram stikstof per hectare in 2026), de invoering van bufferstroken, de aanwijzing van NV- gebieden en de natte weersomstandigheden in 2023 en in het voorjaar 2024, neemt de druk op de mestmarkt verder toe en is er een disbalans tussen vraag en aanbod van mest. De prijzen van de mestafvoer zijn sterk gestegen en bedrijven (veelal melkveehouders zonder relatie met intermediairs/loonwerkers) hebben moeite om mestafzet te organiseren. Om tijdig te kunnen anticiperen op de gevolgen van de krappe mestmarkt is er voor gekozen om via een projectmatige aanpak potentiële risico’s en urgente issues van de toenemende druk op de mestmarkt in beeld te brengen, mitigerende maatregelen en vervolgstappen te bepalen en handhaving te versterken. Dit heeft als hoofddoel het gezamenlijk beheersbaar houden van deze situatie op de mestmarkt door krachten te bundelen, gebruik te maken van de verschillende expertises bij beleid en uitvoering, communicatielijnen kort te houden, snelle besluitvorming waardoor er snel geacteerd kan worden op de actuele situatie.

Functie eisen:
  • Kennis van en relevante ervaring bij de overheid
  • Aantoonbare ervaring met interim- en verandermanagement
  • Aantoonbare kennis van landbouw en meststoffenproblematiek
  • Minimaal Aantoonbaar afgerond WO diploma
Functie wensen:
  • Aantoonbare ervaring met interim en verandermanagement voor meer dan 3 jaar
  • Aantoonbare kennis van landbouw en meststoffenproblematiek
  • Kennis van en relevante ervaring bij NVWA
Geboden wordt
Een dienstverband voor de duur van deze opdracht . Een ZZP-constructie is niet mogelijk.

Interesse?
Solliciteer vóór vrijdag 25 april 10:00 uur door op onderstaande sollicitatie button te klikken. Mocht je vragen hebben, neem contact op met Frederique Termont via frederiquetermont@publieknetwerk.nl / 0645931918 of met Erik Baars via erikbaars@publieknetwerk.nl / 06 19 10 49 63.

202504A143
FREDERIQUE TERMONT
RECRUITER 
06 23 61 65 73
Volg onze bedrijfspagina op Linkedin
 
image
 
Haarlem - Arnhem
023 767 69 16

Deel deze vacature

Powered by